ROB’er uitgelicht: Peter van Gulik.

In de rubriek ‘ROB’er uitgelicht’ vertellen mensen over hun betrokkenheid en ervaringen bij Reizigersoverleg Brabant. Dit keer Peter van Gulik, lid van onze Werkgroep Oost-Brabant.

Peter van Gulik staat aan de wieg van Reizigersoverleg Brabant. En dat terwijl hij fervent autogebruiker was. Hij is zelfs bestuurslid van Reizigersoverleg Brabant geweest. “Echter, door tijdsgebrek ging dit niet meer”, aldus Peter. “Toch wilde ik betrokken blijven, en dus lid van de Werkgroep Oost-Brabant blijven. Niet alleen vanwege dat wat we bereiken, maar ook omdat ik altijd veel leer van de andere leden en ik graag mijn eigen ervaringen deel.”

Van autorijder naar OV-gebruiker.
Peter: “Ongeveer 30 jaar gebruikte ik mijn auto om voor mijn werk van Kaatsheuvel naar ’s-Hertogenbosch te reizen. In 1996 verhuisde mijn werkkring van ’s-Hertogenbosch naar Den Haag. Vanaf toen gold de afspraak dat ik mijn eigen auto niet meer zou gebruiken. Ik kreeg een OV-jaarkaart waarmee ik, ook voor mijn werkafspraken buiten kantoor, door heel Nederland kon reizen.”

Woon-werktraject vroeger “geen sinecure”.
“De reis met het openbaar vervoer van Kaatsheuvel naar Den Haag was zeker geen sinecure”, aldus Peter. “‘s Morgens kon ik niet eerder weg dan om 06.45 uur. Met het gevolg dat ik pas om 09.00 uur aankwam in Den Haag. Eerst met de bus van Kaatsheuvel naar Tilburg, daar de trein naar Den Haag en vervolgens nog een bus naar kantoor.”
Dat zijn afhankelijkheid van het openbaar vervoer toentertijd een probleem was, schuift hij niet onder stoelen of banken. “Vaak was de bus te laat, zodat ik geen aansluiting had in Tilburg”, aldus Peter. “De overstaptijden waren vaak minimaal. Het was dus vaak hollen en stilstaan. ’s Avonds vaak hetzelfde liedje, of zelfs uitval van de trein.”
Peter erkent dat het openbaar vervoer in de loop der tijd een grote verandering heeft ondergaan. “Vooral wat betreft het aanbod; de intensiteit is enorm verbeterd. Net als het op tijd rijden. Daarnaast is de houding van de medewerkers binnen het openbaar vervoer veel positiever geworden”, aldus Peter.

Één van de eerste leden van Reizigersoverleg Brabant.
Peter gaat vervolgens verder in op zijn ervaringen uit het verleden: “Vroeger heb ik dus veel gevloekt op zowel de NS als de BBA (de toenmalige busvervoerder - red.). En natuurlijk klachten ingediend, maar oplossingen bleven uit. Totdat ik in contact kwam met Marjo Drent. Naar aanleiding van mijn verzoek in 2002 voor een vroegere verbinding naar Tilburg, bracht Jan Boelhouwer, toenmalig Gedeputeerde Verkeer en Vervoer van de Provincie Noord-Brabant, mij met haar in contact. Zij was een vereniging aan het opzetten, die als vertegenwoordiger van de reiziger zou gaan functioneren. Reizigersoverleg Brabant was geboren en ik werd één van de eerste leden.”

Peters successen via Reizigersoverleg Brabant.
Peters deelname wierp direct zijn vruchten af. “In aanvang waren we vooral bezig met dienstregelingen. Één van de eerste resultaten die ik toen bereikte, was de vroegere start van de bus naar Tilburg Centraal Station.”
Een later succesverhaal over Peters inbreng binnen Reizigersoverleg Brabant betreft de buurtbus in Steenbergen. Reizigersoverleg Brabant ontving toen de melding dat de chauffeurs daar niet meer wilden rijden vanwege 35 drempels. “Beide scenario’s, het niet meer rijden of het teveel aan drempels, waren hinderlijk voor de reiziger”, aldus Peter. “Samen met de buurtbuscoördinator hebben we daarom de problemen aangehoord en bekeken. Daarna hebben we de gemeente geadviseerd de drempels te veranderen in plateaus, waardoor (ook) de reiziger comfortabeler reisde. Dit is uiteindelijk gerealiseerd en de buurtbus bleef gelukkig rijden.”
Momenteel vestigt Peter de aandacht op de verbetering van haltes. Reizigersoverleg Brabant kijkt binnenkort naar mogelijkheden om dit nader te onderzoeken via bijvoorbeeld het OV Reizigerspanel Brabant.   

Peters enthousiasme voor eigen reizen.
Peter heeft sinds maart vorig jaar, vanwege het coronavirus, geen gebruik meer kunnen maken van het openbaar vervoer. “Ik moet zeggen dat ik het enorm mis. Zeker als je beseft dat ik er vrijwel dagelijks gebruik van maakte. Het openbaar vervoer geeft enorm leuke ervaringen. Een reis vanaf Anjum in Friesland naar Kaatsheuvel. Eerst een bus naar het opstappunt bij Lauwersoog. Dan een andere bus naar Leeuwarden en dan de trein naar Den Bosch. Tijdens dat traject van 5 uur kan je heerlijk een boek lezen.”
“Normaalgesproken, ook nu na mijn pensionering, reis ik door heel Nederland”, aldus Peter. “Ik lever dan auto’s af en ga met openbaar vervoer terug naar huis of naar de volgende klant. Hierbij zie ik grote verschillen tussen de gebieden in ons land. Maar ook de ervaringen tijdens het reizen in België zijn bijzonder. Om een vergelijking tussen België en Nederland te maken; het openbaar vervoer in Nederland is echt veel beter en comfortabeler.”